Bouwstenen voor een prettige en levendige wijk
‘Het begrip maatschappelijk vastgoed – ik noem het liever publieke ruimte waar mensen graag willen zijn – bestaat pas twintig jaar. Maar al in het oude Rome zaten mensen op openbare toiletten naast elkaar en waren er allerlei voorzieningen in het publieke domein. De huizen waren vaak klein, mensen ontmoetten elkaar buiten. Nu hebben we grote woningen en is het publieke leven een stuk beperkter. Je kunt boodschappen laten bezorgen, vrienden thuis ontvangen en als je de deur uitloopt doe je oortjes in. Steeds meer gemeenten hanteren referentiewaarden voor de benodigde ruimte voor het maatschappelijk programma. Zij doen dit met een duidelijke reden: bij gebiedsontwikkeling is hier in de beginfase vaak onvoldoende aandacht voor. Voorzieningen krijgen dan een eigen gebouw: zorg op de ene locatie, sport op een andere. Dit is niet alleen kostbaar; het bevordert evenmin de sociale samenhang. Hoe meer afzonderlijke locaties, des te minder kans op ontmoeting.’

Bij basisscholen liggen kansen
‘Juist het faciliteren van ontmoeting is zo belangrijk. Mensen zijn sociale wezens. Ons eigen kantoor is een goed voorbeeld: het fungeert ook als café en wordt in de avonduren en weekenden gebruikt voor onder meer lotgenotenbijeenkomsten en door hobbyclubs. Ik ben overtuigd van de meerwaarde van het combineren van functies. Om dit te kunnen realiseren, heb je overzicht nodig. Welke voorzieningen zijn er, waar is ruimte om aanvullende functies toe te voegen of ruimtes te delen? Met name bij basisscholen liggen hier kansen. Die zijn overal te vinden en de gebouwen worden maar 15 procent van de tijd voor onderwijs gebruikt. Door het schoolplein en de algemene ruimtes na schooltijd, in de weekenden en de vakanties open te stellen voor de buurt, kunnen ze veel beter worden benut voor maatschappelijke activiteiten.’
Ons eigen kantoor is een goed voorbeeld: het fungeert ook als café en wordt in de avonduren en weekenden gebruikt voor onder meer bijeenkomsten en door hobbyclubs
Mens als uitgangspunt
'Gebiedsontwikkelaars vinden het vaak nog moeilijk. Bij maatschappelijk vastgoed heb je te maken met verschillende partijen, regelgeving en instituties. Bij een gemeente moet je weten: wie houdt zich bezig met onderwijs, wie met sport, wie doet welzijn en dan moet je dat allemaal aan elkaar zien te knopen. Onlangs werd tijdens een presentatie over de ontwikkeling van een gebied uitgebreid getoond hoe de oorspronkelijke waterlopen en laantjes in het ontwerp waren verwerkt. Ik vond dat het landschap er fraai uitzag en het is natuurlijk belangrijk. Maar ik besefte tegelijkertijd dat mensen geen koeien zijn. Het is belangrijk de mens als uitgangspunt te nemen bij het creëren van een passende omgeving.’