Slachthuishof: Ontspannen stedelijk en collectief wonen
Het voormalige gemeentelijk Slachthuis is in relatief korte tijd getransformeerd van een vervallen bedrijventerrein tot een open, openbaar toegankelijk deel van de stad. Sinds de gewonnen tender in 2018 heeft het project een indrukwekkende ontwikkeling doorgemaakt. Theresa Manoch relativeert: ‘De oplevering van het gehele gebied, inclusief de herbestemming van de bestaande gebouwen en het afronden van de openbare ruimte, is nu gepland voor 2026.’ Maar dan nog: er is veel bereikt. Tijd voor een rondleiding.

Meer variatie
BPD en partner De Nijs hebben het oorspronkelijke plan van de gemeente, met vooral rijtjeswoningen, uitgebreid door een grotere variatie aan woningtypes toe te voegen. ‘Zo hebben we het aantal woningen ook met 25 procent kunnen vergroten, tot 160 in totaal. Daarbij moest een groot deel van de bestaande gebouwen wel behouden blijven’, aldus Manoch. Er werd een innovatief concept van wonen rond gedeelde tuinen geïntroduceerd, vergelijkbaar met een moderne herinterpretatie van het stedelijke hofj e, maar dan op de schaal van een hele woonbuurt. ‘Voor die tijd was dat best gewaagd: niet iedereen zit hierop te wachten, op meer collectiviteit in het wonen en een nadruk op ontmoeten.’ Een van de onderdelen van het concept is het parkeren in drie garages waarin deelauto’s worden aangeboden en waar bovenop collectieve daktuinen een plek kregen. ‘Op deze manier konden we de buurt autoluw maken, met alle ruimte om buiten te verblijven en elkaar te ontmoeten. Dat concept bleek een schot in de roos; de belangstelling uit de markt was groot. Aan deze manier van wonen bleek veel behoefte te zijn.’
Dit concept met gedeelde tuinen is vergelijkbaar met een moderne herinterpretatie van stedelijke hofjes
Ruimte voor cultuur, groen en blauw
Een onderdeel van de tenderuitvraag was de ontwikkeling van een popcentrum in de bestaande gebouwen, voor onder meer poppodium Patronaat als een van de vaste gebruikers. Manoch: ‘Hier is ook ruimte voor betaalbare oefenruimtes en breed toegankelijke muzieklessen. Voeg daarbij twee nieuwe horecagelegenheden en dat alles geeft de nodige reuring in het gebied; niet tot diep in de nacht, maar wel passend bij een levendige stad.’ Het inrichtingsplan voor de openbare ruimte zet volop in op groen en blauw, met onder meer afgekoppeld regenwater, een aantal grote wadi’s die het overtollige afstromende regenwater opvangen en compleet ingerichte binnentuinen. Manoch: ‘Met de beplanting geven we de biodiversiteit van dit voorheen sterk versteende gebied een flinke impuls. De gebouwen doen daar ook fl ink aan mee, met bijvoorbeeld kettingen die aan balkons hangen voor de afvoer van het regenwater en waarlangs planten omhoog kunnen kronkelen. De grote nieuwe pergola is multifunctioneel, hij is voor een belangrijk deel de afscheiding tussen openbaar gebied en privéterrein en ook hier kunnen de planten omhoog groeien. Daarnaast zijn er volop nest- en insectenkastjes aanwezig, plus plekken voor vleermuizen. De bijzondere metselverbanden begeleiden het groen; een groene gevel versterkt de werking van de nest- en insectenkasten.’
Tekst loopt door onder fotoserie
Combinatie oud en nieuw
Een van de eerste bewoners is Jelle Postma: ‘In 2022 zijn we hier gaan wonen, daarvoor hadden we een appartement in de binnenstad. We waren op zoek naar wat meer rust en ruimte om ons heen, zeker met onze dochter op komst. Het plan sprak ons gelijk aan; we hebben bijvoorbeeld geen auto en doen alles te voet, te fiets, met deelauto of openbaar vervoer. De combinatie van oud en nieuw was voor mij persoonlijk een pluspunt.’ Ook de mix aan verschillende huishoudens pakt heel goed uit, is zijn indruk. ‘Van jong tot oud en bewoners met verschillende achtergronden vinden hier hun thuis.’ Het enige minpunt dat Postma benoemt – en dat tevens Manochs aandacht heeft – is de oplevering van de monumentale gebouwen en de openbare ruimte daaromheen. De planning van de bestaande gebouwen liep uit doordat het ontwerp pas kon starten nadat aanbouwen waren gesloopt en inbouwen waren gestript. Door de bouwkostenstijging, als gevolg van de oorlog in Oekraïne, kwam de haalbaarheid verder onder druk te staan en ook de coronacrisis had effect op de planning. Manoch lag er de nodige nachten van wakker: ‘Omdat de nieuwbouw eerder is opgeleverd, volgt nu de transformatie van de bestaande gebouwen, naar zowel wonen, werken, horeca als culturele functies. Ook wij zijn er enorm op gebrand het snel af te maken. Dat is wel een groot leerpunt van dit project: de flexibiliteit en creativiteit die nodig zijn om voortdurend te kunnen schakelen.’
Hergebruik materialen
De samenwerking met De Nijs heeft zeker aan het resultaat bijgedragen, aldus de BPD-ontwikkelaar: ‘De Nijs heeft een team op dit project gezet dat extra zijn best doet voor het weer mooi maken van het hoofdgebouw. Die aandacht komt overal in terug, tot het restaureren van de kleinste bouwkundige details aan toe. Veel materialen worden weer opnieuw ingezet en het is heel bijzonder om te zien hoe oude ruimtes weer tot leven worden gewekt, zoals de stallen en de voormalige directeurswoning. Superduurzaam dus en deze elementen dragen ook nog eens bij aan het karakter van deze nieuwe stadsbuurt.’