'De auto is veel te dominant geweest in de stedenbouw'

Wat kunnen ondernemers, ontwerpers en overheden doen om de mobiliteitsopgave in goede banen te leiden? Volgens Marco Broekman, partner en stedenbouwkundige bij BURA Urbanism, krijgen we betere leefomgevingen door het terugdringen van de auto. Bovendien levert het omgevingen op waar het goed en gezond verblijven is.
BPD Dossier gratis ontvangen?

'Mobiliteit is altijd belangrijk geweest in de wereld van stedelijke planning. De laatste jaren ligt de focus steeds meer op de opgave van binnenstedelijke verdichting. Alle reden om mobiliteit direct vanaf het begin van de planontwikkeling mee te nemen. Met alle partijen die daar expertise in hebben: van gemeenten via ontwikkelaars naar deskundige adviseurs. Mobiliteit is een van de knoppen om aan te draaien om aantrekkelijke en leefbare gebieden mee te creëren. In onze praktijk werken we aan drie typen projecten waarbij mobiliteit een belangrijke rol speelt. De eerste is op de schaal van de stad of het stadsdeel: hoe kunnen we verdichten, vergroenen en daarbij passende infrastructuur realiseren? Partijen als provincie, gemeente en NS / Prorail zitten dan aan tafel. In een vervolgfase komen de grotere gebiedsontwikkelingen in beeld met een belangrijkere rol voor de markt maar ook bijvoorbeeld voor klankbordgroepen met bewoners. Heel locatie-specifiek kijken we dan naar het beste mobiliteitsconcept.'

We gaan toe naar een tijd waar we uit het keurslijf van de auto komen
Marco Broekman
Partner bij Bura Urbanism

Zoektocht

'In fase drie gaat het om de uitvoering en de precieze vormgeving. De stadswijk Merwede in Utrecht is daar een goed voorbeeld van: daar werken we nu aan de concrete invulling. Met aandacht voor het ontwerp maar ook bijvoorbeeld voor de businesscase van deelmobiliteit. Gaat het werken zoals we het bedacht hebben? Daar worden ook inzichten uit klankbordgroepen bij betrokken. Wie wil er wonen op deze plek en hoe willen bewoners hun mobiliteitsbehoefte invullen? Dat is nog best een zoektocht. Ook omdat mobiliteit niet ophoudt bij de grens van het plangebied. Juist de invloed op de omgeving moet nadrukkelijk worden meegenomen. In die zin is het noodzakelijk om voortdurend in en uit te zoomen: “dansen door de schaalniveaus” noem ik dat. Naar mijn idee zijn ontwerpers daar bij uitstek voor geschikt, vooral omdat we te kampen hebben met de erfenis van het verleden waarin “ruimtelijk ontwerp” en “verkeer” heel gescheiden werelden waren – vooral bij gemeenten. Wij proberen die domeinen voortdurend te verbinden. Met belangrijke dwarsverbanden naar thema’s als landschap en openbare ruimte.'

Keurslijf

'Over de toekomst ben ik hoopvol gestemd. We gaan toe naar een tijd waar we uit het keurslijf van de auto komen. De auto is veel te dominant geweest in de stedenbouw. Door deze terug te dringen, krijgen we een betere leefomgeving waar het goed en gezond verblijven is. Op zo veel mogelijk plekken moeten we deze transitie zien te realiseren. De voortekenen zijn positief: tal van steden denken na over mobiliteit in de toekomst. Het is nu zaak de consequenties daarvan te doordenken en vorm te geven. Vanuit het besef dat we het vanaf het begin gelijk goed moeten doen en daarin ook navenant moeten voor-investeren. Wanneer mensen naar een nieuwe plek verhuizen, is dat hét moment om verandering in hun gedrag teweeg te brengen.'

BPD Dossier ontvangen?

Deze column verscheen in BPD Dossier #6. De volgende editie kosteloos op uw deurmat ontvangen?