'Menselijke toetsing van data voor gebiedsontwikkeling blijft nodig'

In hoeverre is het wenselijk om geavanceerde datasystemen een steeds grotere rol te laten spelen bij gebiedsontwikkeling? Is het niet grotendeels een creatief en intuïtief proces dat je beter volledig aan mensen kunt overlaten? We vroegen het aan onderzoeker Geiske Bouma.

‘Datasystemen steeds geavanceerder. Met dank aan machine learning, wat - kort door de bocht - computermodellen zijn die waardevolle informatie uit enorme hoeveelheden data kunnen halen. Daarbij hebben die computermodellen vaker de beschikking over realtime data, zodat ze snel actuele ontwikkelingen kunnen signaleren. Zo is via geanonimiseerde telecomdata te achterhalen hoe mensen zich door een bepaald gebied bewegen en welke routes hun voorkeur hebben. Deze informatie kan heel goed van pas komen bij gebiedsontwikkeling. Data-analyses kunnen helpen om ruimten optimaal in te richten, waarbij sneller duidelijker wordt welke functies op welke plekken het best tot hun recht komen. Bij bestaande wijken kun je met behulp van data ook tot verbeterslagen komen op het vlak van mobiliteit en gezondheid. Zo kunnen computermodellen aangeven welke gedeelten bij voorkeur autoluw moeten worden. Het mooie daarbij is dat digitale technologie er ook voor zorgt dat je veel zaken sneller in kaart kunt brengen en kunt meten. Dat maakt het mogelijk om in een gebied kleine experimenten te doen en vervolgens op basis van de data te kijken of zo’n aanpassing het gewenste resultaat heeft of juist niet.

Geiske Bouma Bpd Bouwfonds Gebiedsontwikkeling
Geiske Bouma houdt zich bij TNO onder andere bezig met gebiedsontwikkeling, stedelijke innovatie en Smart Cities.
Verschillende verwachtingen

Voor het ontwikkelen van een nieuw gebied of transformatie is de inzet van datasystemen dus een goed startpunt. Alleen moet je vervolgens over de uitkomsten nog wel uitgebreid met de belangrijkste stakeholders in gesprek gaan. Wat vinden zij bij een specifiek gebiedsontwikkelingsproject belangrijk? Dat is niet alleen persoonlijk, maar ook locatieafhankelijk. Wat bewoners in het ene gebied acceptabel vinden, kunnen bewoners in een ander gebied als een onverdraaglijk probleem ervaren. Neem zoiets als geluidsoverlast. Wie ervoor kiest om in de binnenstad van een grote stad te gaan wonen, heeft op dat vlak andere verwachtingen dan iemand die - mede vanwege de rust - voor een woning in een dorp of buitengebied kiest.

Naast de inzet van datasystemen moeten we altijd het gesprek aangaan met de mensen die in zo’n gebied gaan wonen en werken. Die toetsing blijft nodig
Geiske Bouma
Onderzoeker TNO

Beperkingen datasystemen

Dus ja: naar mijn mening moeten we bij gebiedsontwikkeling zeker data blijven inzetten, want daarmee kunnen we veel problemen al op voorhand signaleren en voorkomen. Maar, datasystemen hebben ook hun beperkingen. Zo kunnen ze niet zo goed bepalen wat mensen precies willen en ze zijn niet in staat om in te schatten in hoeverre mensen iets als een probleem beschouwen. Daardoor kunnen datasystemen de nadruk op de verkeerde zaken leggen. Naast de inzet van datasystemen moeten we dus ook altijd het gesprek aangaan met de mensen die in zo’n gebied gaan wonen en werken. Die toetsing blijft nodig. Ik heb dan ook niet het idee dat gebiedsontwikkeling helemaal overgenomen kan worden door een computer.’

BPD Magazine ontvangen?

Dit interview verscheen in BPD Magazine. De volgende editie kosteloos op uw deurmat ontvangen?