Enorm tekort aan eengezinswoningen dreigt

Niet alleen appartementen, vooral ook eengezinswoningen blijven erg populair op de woningmarkt. Dit geldt voor jonge gezinnen, maar ook voor ouderen. De verhuisbereidheid bij deze laatste groep is laag: middelbare stellen van wie de kinderen het huis uit zijn, maar ook oudere stellen en alleenstaande 65-plussers, blijven steeds vaker en langer wonen in hun eengezinswoning. Dit heeft zijn weerslag op het aanbod; meer ‘zittenblijvers’ betekent minder beschikbare woningen voor jonge gezinnen. Dit blijkt uit onderzoek van RIGO Research en Advies in opdracht van gebiedsontwikkelaar BPD.
  • Publicatiedatum: 15 mei 2018

Op basis van cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) maakte RIGO een analyse van alle feitelijke verhuisbewegingen in Nederland tussen 2000 en 2017. Daaruit blijkt dat de vraag naar eengezinswoningen onverminderd hoog is, ook al komen er steeds meer alleenstaanden op de markt. Het merendeel van die alleenstaanden is namelijk van hogere leeftijd: 80% van de groei van eenpersoonshuishoudens zit bij 65-plussers. De verhuisbereidheid van deze groep is laag. Meestal gaan zij geen (nieuwe) relaties meer aan en blijven zij wonen waar ze wonen. Dat is in veel gevallen in een eengezinshuis.

Honkvaster

Eenzelfde tendens is er bij de zogenoemde ‘empty-nesters’, gezinnen waarvan de kinderen het huis uit zijn. Vijf jaar nadat de kinderen het huis uit zijn, woont nog bijna 9 op de 10 van deze stellen in hun eengezinswoning. Van de empty-nesters die wel verhuizen, betrekt ongeveer de helft (opnieuw) een eengezinswoning. Dit is van invloed op het woningaanbod voor jonge gezinnen, die juist wel heel actief zijn op de woningmarkt. Uit het onderzoek van RIGO blijkt dat jonge gezinnen zich meer op hun plek voelen in een eengezinswoning buiten de grote stad. Na 5 jaar is 60% van de jonge gezinnen die in een appartement woont alweer van adres veranderd. Van jonge gezinnen die in een eengezinswoning wonen, verhuist circa een kwart naar een andere woning. Het aanbod geschikte woningen neemt voor hen echter steeds verder af.

BPD nieuwbouw voor gezin met kinderen

Belangrijke conclusies van het onderzoek

  • De komende 10 jaar vormen eenpersoonshuishoudens 42% van de totale woningvraag.
  • 80% van de groei van eenpersoonshuishoudens in de komende 10 jaar zit bij 65-plussers.
  • Slechts 10% van de 60-65 jarige tweepersoonshuishoudens is de afgelopen vijf jaar op hun adres komen wonen. Aan het begin van deze eeuw (2000-2005) was dit nog 15%.
  • 5 jaar nadat de kinderen het huis uit zijn, woont nog bijna 9 op de 10 empty-nesters in hun eengezinswoning.
  • Ongeveer de helft van de verhuisde empty-nesters bewoont na verhuizing (opnieuw) een eengezinswoning.
  • Jonge gezinnen trekken weg uit de grote steden.
  • Na 5 jaar is 60% van de jonge gezinnen die in een appartement woont alweer van adres veranderd, dikwijls naar een eengezinswoning.
  • Per saldo telt Nederland over 10 jaar ca. 424.000 meer alleenstaanden dan nu. Toch is er de komende 10 jaar ‘slechts’ een aanvullende woningbehoefte van ca. 292.000 extra appartementen.
  • Per saldo telt Nederland over 10 jaar ca. 3.000 meer gezinnen dan nu. Toch is er de komende 10 jaar een aanvullende woningbehoefte van ca. 223.000 extra eengezinswoningen.

Mismatch

André Buys, onderzoeker bij RIGO: 'Op jonge alleenstaanden oefenen steden grote aantrekkingskracht uit. Maar jongeren blijven niet jong en de meesten blijven ook niet alleenstaand. Je ziet dat ze dan toch op zoek gaan naar een eengezinshuis buiten de stad. Een stadsappartement is leuk, zo lang men alleenstaand is of na een scheiding.' Het probleem is dat er voor deze jonge gezinnen steeds minder eengezinswoningen beschikbaar zijn. 'De vraag van jonge gezinnen wordt zwaar onderschat, terwijl er voor deze groep weinig vrijkomt. Het is een illusie om te denken dat ouderen direct gaan verhuizen zodra de kinderen het huis uit zijn. In de praktijk blijken senioren bijzonder honkvast, ook als ze alleen komen te staan, en blijven ze wonen in hun eengezinswoning.

Nijpender

RIGO verwacht dat deze situatie de komende jaren nog veel nijpender wordt, omdat er steeds meer alleenstaande ouderen bijkomen. Buys: 'Ooit komen de woningen van senioren langs natuurlijke weg vrij. Dit gebeurt pas als ook de langstlevende partner komt te overlijden of in een instelling belandt. Echter, de komende tien jaar tikt dit onvoldoende aan. De omvangrijke groep alleenstaande inwoners, geboren in de periode 1945-1970, is voorlopig nog niet van het toneel verdwenen. Veel huishoudens uit deze jaren bevinden zich momenteel zelfs nog in de gezinsfase.' Om in de woningvraag te voorzien, is de komende tien jaar een divers nieuwbouwaanbod benodigd, aldus RIGO. Landelijk gezien komt dit neer op circa 57% appartementen en 43% eengezinswoningen.

Op de hoogte blijven?